column Elisabeth van der Ark
Geertje van der Meer had er al eerder een column over geschreven, vleeseters zijn hufters. Tja, dat is een pittige bewering. Op twitter buitelden de vegetariërs en makrobioten over elkaar heen om dit bericht als de wiedeweerga te retweeten. Alsof het kuddedieren zijn. Wat eigenlijk weer heel vreemd is, aangezien ze geen dierlijke producten eten. Maar goed, Geertje wond zich hierover op en terecht. Want het was gewoon een boute uitspraak. Het werd nog erger, want het hele onderzoek was dan wel gedaan, alleen de uitkomst was verzonnen. Vleeseters zijn dus geen hufters, althans dat is niet bewezen middels dit onderzoek. Ze zijn er wel natuurlijk, maar die kunnen ook tussen de vegetariërs en makrobioten zitten. Daar hoef ik geen gemeenschapsgeld voor te misbruiken. Weet het eigenlijk wel zeker, want aan mijn verzoek op twitter of alle vegetariërs en makrobioten die het gewraakte bericht met alle liefde retweetten of plaatsten, excuus wilden maken, werd geen gehoor gegeven. Dat is dus een vorm van hufterig gedrag. Eigenlijk zou ik nu kunnen concluderen, dat vleeseters geen hufters zijn maar sukkels, om zich zo te laten beledigen.
Pittig dus deze uitspraken. Dat is het gevaar van deze tijd. Ik ben dol op de social media, sterker nog, zonder social media verkoop ik geen magazine en dat is natuurlijk weer heel jammer, maar daar later over. Ik moest dit eerst even kwijt.
Terug naar de pittigheid
Peper is een smaakmaker, net als zout, kruiden en specerijen. In veel keukens wordt ook pittig gegeten. Pittigheid haal je uit pepers, mosterd of uit mierikswortel. Die laatste is niet zo bekend. Het is een wortel, die voornamelijk gekweekt wordt in Duitsland. Het is een heerlijke smaakmaker, die je kunt gebruiken in dressings, of om je karbonaadje mee in te smeren voor het bakken, net als met mosterd trouwens.
In Marokko gebruiken ze harissa om het eten pit te geven. Dat is een soort van sambal zeg maar. Het voordeel van een potje harissa is, wanneer je geen pepers in huis hebt, dat je toch pittigheid kunt geven aan je gerecht met bulgur of couscous.
Japan heeft zijn sushi en daar wordt wasabi gebruikt om extra smaak te geven aan de diverse gerechten. Wasabi is de Japanse mierikswortel. Wanneer je hem proeft zul je merken dat de pittigheid niet lang blijft hangen. Dit in tegenstelling tot Spaanse peper of Madame Jeanette. Die laatste is killing voor je smaakpapillen en niet te vergeten het effect wanneer het er weer uit moet. De uitspraak, de vlammen slaan je bips uit, is dan min of meer van toepassing.
Dit is bij wasabi niet het geval. Wasabi geeft ook niet de pittigheid achter in de keel, maar meer in de neus. Net als cola, die je te snel drinkt ook prikkelt in je neus, zo ook wasabi. Het gevoel gaat snel weg, zeker na een slokje saké-wijn.
Zo zie je, pittigheid in vele varianten. Gebruik het eens en ervaar de smaken. Doseer wel, want dat wat erin zit, haal je er niet meer uit. Nog een voordeel, het geeft geen kcal. Nou als dat geen prettige bijkomstigheid is, dan weet ik het ook niet meer. Ooit is er een onderzoek geweest over het eten van pittig eten en afvallen. Het schijnt, dat je ervan kunt afvallen, omdat je het er erg warm van krijgt en dan moet je lichaam weer extra moeite doen om af te koelen en daardoor schijn je dus extra kcal te verbranden.
Ben je nieuwsgierig naar recepten met pit, ze staan in mijn nieuwste magazine, te bestellen via de webshop.
En Geertje, ik hoop dat jij je natuurlijke pittigheid niet kwijtraakt. Dan winnen die hufters alsnog.