De Pelsser-Voeding en Gedrag-test (PVG-test) is gebaseerd op het ‘few foods diet’ (rijst, lam, sla, peer en water), maar is met een aantal voedingsmiddelen uitgebreid. Het is dus absoluut niet zo dat het dieet uitsluitend bestaat uit het ‘few foods diet’!
De PVG-test is uitgebreid met een ingenieus wisselschema en aangepast aan het Nederlandse voedingspatroon: het is dus redelijk normaal eten, met elke dag iets extra’s, hoewel het toch een streng dieet blijft.
Inmiddels hebben meer dan 400 gezinnen de PVG-test gevolgd. Slechts 5 % van de deelnemers is niet in staat om zich aan de dieetvoorschriften te houden. 95% van de gezinnen houdt de PVG-test tot het eind toe vol! Dit geeft aan dat de PVG-test goed vol te houden is.
De PVG-test wordt zo nodig voor elk kind apart aangepast, afhankelijk van individuele gevoeligheden, van de achtergronden en van de mogelijkheden van het gezin. Er is dus geen sprake van een standaard test.
Er wordt tijdens de PVG-test niet alleen op voeding gelet: ook andere aspecten worden in het onderzoek meegenomen. We krijgen namelijk niet alleen via de voeding allerlei stoffen binnen die van invloed zouden kunnen zijn op het gedrag, ook via de huid en de luchtwegen kunnen allerlei stoffen opgenomen worden.
De PVG-test is dus zeer weloverwogen samengesteld. Het is meer dan uitsluitend een dieet, het is een wetenschappelijk samengestelde onder-zoekstest.top
Gezien het feit dat kinderen op meerdere voedingsmiddelen tegelijk reageren en aangezien elk kind weer op een andere combinatie van voedingsmiddelen reageert, is het onmogelijk om op eigen houtje uit te zoeken waar een kind niet tegen kan. Zomaar een aantal voedingsmiddelen weglaten uit het dieet van een kind heeft dus geen enkele zin. De kans dat precies de goede combinatie voedingsmiddelen wordt weggelaten uit het dieet, is namelijk zeer klein. Daarom is het belangrijk om onderzoek naar de relatie tussen voeding en gedrag altijd te beginnen met een streng eliminatiedieet, dat onder begeleiding wordt uitgevoerd en dat wordt aangepast aan het kind en het gezin.
Boeken over ADHD
ADHD?! Wat nu?
Goede, B. & Sonja van ’t Hof
Over medicatie voor volwassenen met ADHD + DVD / druk 2
J.J.S. Kooij
De gave van ADHD
Honos – Webb, L. & Honos-Webb, L.
vandaag voor 17.00 besteld, morgen in huis
Om te voorkomen dat ouders onbewust hun voedingspatroon al gaan aan-passen voor aanvang van het onderzoek, is het helaas niet mogelijk om meer informatie te geven over de samenstelling van de test.
De PVG-test wordt nooit langdurig gevolgd. Jonge kinderen volgen de test drie tot vier weken, iets oudere kinderen volgen de test 4 tot 5 weken. Wanneer een kind niet met gedragsveranderingen reageert op de test, mag het daarna weer alles eten. Als het kind wel met gedragsverbetering reageert op de test, kan het instromen in het vervolgonderzoek: langzaam maar zeker wordt het dieet dan uitgebreid.
Vervolgonderzoek
Kinderen die met gedragsverbeteringen van 50% of meer reageren op het PVG-dieet, kunnen instromen in het vervolgonderzoek. Kinderen die geen of nauwelijks gedragsverbetering vertonen ten gevolge van de dieetinterventie, worden doorverwezen voor verder onderzoek en/of medicatie.
Het is dus nooit de bedoeling om het dieet langdurig te volgen: ofwel uw kind mag weer alles eten, ofwel het gaat deelnemen aan het vervolgonderzoek.
Tijdens het vervolgonderzoek wordt onderzocht op welke voedingsmiddelen uw kind reageert, dit gebeurt door middel van een individueel provocatie- en eliminatieschema. Langzaam maar zeker wordt het dieet van uw kind uitgebreid, tot het zo normaal mogelijk kan eten en alleen nog maar een aantal voedingsmiddelen hoeft te vermijden.
Het vervolgonderzoek kan een jaar duren, dit is afhankelijk van de gevoeligheid van uw kind. De methode is dus niet snel, maar wel effectief: langzaam maar zeker wordt duidelijk op welke voedingsmiddelen uw kind reageert met gedragsveranderingen.
Helaas zijn er geen andere mogelijkheden om de invloed van voeding op gedrag te onderzoeken. Er bestaan op dit moment nog geen andere reguliere testmethodes, zoals bijvoorbeeld bloedonderzoek, om dit te onderzoeken.top
Het is belangrijk om te weten dat elk kind dat met gedragsstoornissen reageert op voeding, voor drie tot vijf verschillende voedingsmiddelen gevoelig is. De combinatie van voedingsmiddelen kan voor elk kind weer anders zijn. In principe kan het elk voedingsmiddel zijn: ook al hebben kleurstoffen en suiker de reputatie dat kinderen daar druk van worden, toch blijkt uit onderzoek dat het heel vaak niet deze stoffen zijn, maar doodgewone voedingsmiddelen.
Het is niet verstandig wanneer ouders op eigen houtje voedingsmiddelen weglaten uit het dieet van hun kind. Wanneer u dit doet, belast u uw kind langdurig, terwijl de kans erg klein is dat de juiste combinatie aan voedings-middelen wordt weggelaten. Het is beter om gedurende korte tijd deel te nemen aan goed onderzoek, en daarna ook te weten waar u aan toe bent.
Het is gelukkig zelden zo dat een kind voor een bepaald voedingsmiddel zo gevoelig is dat het er helemaal niets meer van mag eten. Het gaat bijna altijd om een intolerantie, niet om een allergie. Dat betekent dat er een bepaalde drempelwaarde is. Wanneer je minder eet van een bepaald product dan de drempelwaarde, dan heeft het voedingsmiddel geen effect op het gedrag van het kind. Pas wanneer er meer van een bepaald product gegeten wordt dan de drempelwaarde voor dat product, ontstaan er problemen. Tijdens het vervolgonderzoek wordt ook zoveel mogelijk die drempelwaarde bepaald. Dit betekent vaak dat, wanneer men zich thuis redelijk goed aan het uiteindelijke dieet houdt, dat er dan buiten de deur best wel eens gezondigd kan worden.
Tijdens het vervolgonderzoek is intensieve begeleiding en ondersteuning nodig. Om de vier weken zijn er begeleidingsgesprekken. Ook moeten ouders tijdens het gehele vervolgonderzoek een dagboek bijhouden, waarin niet alleen het gedrag van het kind genoteerd wordt, maar ook alle overige klachten, zoals bijvoorbeeld buikpijn, slaapproblemen en bedplassen. Het goed bijhouden van het dagboek is tijdens het vervolgonderzoek van groot belang. Om de 4 weken wordt de voortgang van het onderzoek besproken en wordt in overleg een nieuw schema gemaakt van te testen voedingsmiddelen. Voorafgaande aan dit consult wordt het dagboek opgestuurd, zodat dit uitgebreid bestudeerd kan worden.
De werkelijke kosten van de vervolgconsulten bedragen โฌ 145,-. Dankzij sponsoring van het onderzoek zijn de ke kosten voor de ouders op dit moment โฌ 90,00 per vervolgconsult.
bron en meer informatie via de website van Pelsser
Jouw mening telt!
Wat is jouw ervaring met ADHD en het ADHD dieet? Discussieer hier met ons mee of lees hier alle reacties. Reageren kan ook anoniem!