Je hebt overgewicht, logisch dat je af wil vallen. Niet alleen om er beter uit te zien, maar ook voor je gezondheid. Maar hoe pak je dat aan? Je kunt een kijkje nemen in onze dieet-lijst of een goed boek lezen over afvallen.
Er bestaan echter een paar misverstanden over afvallen. Om deze misverstanden uit de wereld te helpen hebben we de ‘Afslank Tip 10’ voor je op een rijtje gezet.
1. Denk niet dat je snel af kunt vallen.
De kilo’s zijn er niet in een paar dagen aangekomen, en gaan er dus ook niet in een paar dagen vanaf. Met ander woorden, afvallen kost tijd. Neem deze tijd om op een verantwoorde en gezonde manier weer op je streefgewicht te komen. Als je gemiddeld 1 kilo per week afvalt kun je erop rekenen dat de kilo’s er ook af blijven. Als je meer afvalt gaat dit vaak ten kosten van spiermassa (zogenaamde vetvrije massa) Spieren en hersenen gebruiken vragen de meeste calorieën van je lichaam
2. Denk niet te luchtig over frisdrank en snacks.
Frisdrank en snacks bevatten veel ‘onzichtbare’ calorieën. Een Mars bijvoorbeeld bevat per 100 gram 445 kcal, waarvan 17,3 gram vet. Om te voorkomen dat dat overtollig lichaamsvet wordt, moet je ongeveer 10 kilometer wandelen. En wat denk je van cola? In een glas cola zitten 120 kcal oftewel een wandeling van ruim 2 kilometer. Klik hier voor een overzicht van de moeite die je moet doen om de extra calorieën van die zo klein lijkende snacks weer kwijt te raken.
3. Vergeet niet om krachttraining te doen.
Als je meer spiermassa hebt betekent dit dat je een snellere verbranding van calorieën hebt als je in niet in beweging bent. Hoe meer spiermassa je lichaam moet onderhouden, hoe meer calorieën je verbruikt. Je ziet die spiermassa terug in gewicht op de weegschaal, maar het is gezonde, vetvrije massa. Als je echt wil weten of je op de goede weg bent kun je het beste een huidplooimeting of impedantiemeting laten doen. Deze kun je bij een diëtiste of bij de sportschool laten meten.
4. Sport niet te fanatiek.
Sporten bevordert het afvallen. Pas alleen op dat je niet te hard van stapel loopt. Bouw het langzaam op en let op blessures.
5. Pas op met afslank-supplementen.
Het lijkt misschien interessant maar het is bewezen dat het effect van de meeste afslank-preparaten nihil en altijd tijdelijk is. Veel afslank-preparaten hebben bovendien bijwerkingen die schadelijk kunnen zijn voor je gezondheid. Pas er dus mee op!
6. Pas op met een crashdieet.
Je kunt best gedurende een korte periode een dieet volgen om snel wat kilo’s kwijt te raken maar ga niet langdurig in hongerstaking! Een vrouw heeft 2000 Kcal per dag nodig, een man 2500 Kcal per dag. Probeer deze waarde minimaal aan te houden. Je kunt hier uitrekenen hoeveel calorieën er in verschillende voedingsproducten aanwezig zijn. Na een dieet is het belangrijk om een verantwoord eetpatroon aan te houden om op die manier een jojo-effect te voorkomen.
7. Plaatselijk afvallen bestaat niet.
Plaatselijk afvallen kennen we ook als als plekreductie. Op TV zie je regelmatig reclame voorbijkomen die beweren dat je plaatselijk kunt afvallen. Dit is een fabeltje. Je valt alleen af als je de gehele hoeveelheid overtollig lichaamsvet vermindert. Daarbij geldt dat daar waar het vet het eerst verscheen, het het laatst weer verdwijnt. Bij mannen is dat meestal op de buik, bij vrouwen op de heupen en billen.
8. Loop niet te hard van stapel.
Het leven moet wel leuk blijven. Leg jezelf niet te veel beperkingen op. Je maakt het hiermee alleen maar onnodig moeilijk voor jezelf. We adviseren om de 80/20 regel te hanteren. 80 procent van de tijd hou je je aan je dieet en sport-schema. 20 procent van de tijd zondig je lekker zonder je schuldig te voelen. Neem hier bijvoorbeeld tijd voor in het weekend. Je kunt dan maandag weer vol energie beginnen, en het is langer vol te houden!
9. Doe het alleen voor jezelf.
Afvallen doe je voor jezelf. Trek je dus niets aan wat andere zeggen of denken! Motiveer jezelf, alleen als je het zelf echt wil lukt het je! Afvallen moet jouw keuze zijn.
10. Kijk niet te vaal in de spiegel en ga niet te vaak op de weegschaal staan.
In een spiegel zie je geen reflectie, maar een perceptie. Het beeld dat je ziet zit tussen je oren en je ziet dus wat je wilt zien! Denk maar eens aan anorexia patiënten die broodmager zijn en zich toch dik voelen als ze voor de spiegel staan.
