Het menselijk lichaam bestaat voor ongeveer 68% uit water afhankelijk van leeftijd en geslacht. Dit water bevindt zich in de lichaamscellen, in het bloed, in de intercellulaire ruimte, in de lymfeklieren en in vele andere delen van het menselijk lichaam. Daarom is het ook belangrijk voor een mens om voldoende water tot zich te nemen. Het menselijk lichaam verliest water door uitscheiding via zweet, tranen, urine. Ook door ontlasting en ademhalen raakt water verloren. Niet alleen drinken, maar ook voedsel bevat vaak een ruime hoeveelheid water.
Drink voldoende Water
Het belang van het drinken van voldoende water wordt nog altijd onderschat. Je lichaam heeft de hele dag door water nodig, zodat je organen, weefsels en cellen, en dus ook je huid altijd voldoende gehydrateerd zijn. Bij een gezonde vochtbalans kunnen afvalstoffen bovendien efficiรซnt worden afgevoerd, zowel via het transpireren van de huid als via de urine. Drink dagelijks minimaal zoโn twee liter (8 glazen) puur en schoon water. Dit mag kraanwater of natuurlijk bronwater zijn.
Water, een heldere, kleurloze en reukloze vloeistof bestaande uit twee atomen waterstof (H) en รฉรฉn atoom zuurstof (O). De officiรซle chemische naam is diwaterstofoxide (H2O). Tot in de achttiende eeuw werd water als รฉรฉn element beschouwd. Pas toen werd bewezen dat water een verbinding was van waterstof met zuurstof. Alle leven op aarde bestaat eigenlijk uit een waterige substantie bijeengehouden door een meer of minder stevige structuur. Een erfenis uit het verleden waar het leven miljarden jaren geleden in de grote oceanen is ontstaan. Water is voor ons zo gewoon dat we ons niet realiseren dat het een zeer bijzondere stof is. Van al het water op aarde bevindt zich 97 % als zout water in de grote oceanen. Slechts 3 % bestaat uit zoet water in de rivieren, meren, bronnen en gletsjers. 75 % hiervan is bevroren water (gletsjerijs) op de poolkappen. Van al het water op aarde is dus slechts 0,75 % direct beschikbaar voor het leven op aarde.
Water en ons lichaam
Vrijwel Iedereen weet dat zonder water geen leven mogelijk is en dat we zonder water maar een paar dagen kunnen overleven. Van alle voedingsstoffen hebben we water het hardste nodig. Het lichaamsgewicht van een volwassene bestaat voor ongeveer 60 % uit water, oftewel 45 liter (4,5 emmer water) water bij een lichaamsgewicht van 75 kg. Pasgeborenen bestaan zelfs voor meer dan 75 % uit water, wat neer komt op een 3,5 liter voor een dreumes van 10 pond (5 kg). Gedurende het leven neemt het percentage water in ons lichaam geleidelijk af tot ongeveer 50 % bij ouderen, dus altijd nog de helft van ons lichaamsgewicht.
Water vervult vele belangrijke functies in het menselijk lichaam. Het dient als bouwstof, als transportmiddel, als oplosmiddel en het houdt ons lichaam op temperatuur.
Water is de bouwsteen van alle cellen. In de cellen bevindt zich water in de eiwitstructuren. Ook de ruimte tussen de cellen is opgevuld met water. Water is een belangrijk bestanddeel van het vocht tussen de weefsels. Het dient als smeermiddel bij de samentrekking van de spieren, bijv. de samentrekkende (peristaltische) bewegingen van de maag bij de spijsvertering.
Water is het transportmiddel in de bloedbaan en de lymfevaten, waar het zorgdraagt voor het transport van en naar de cellen van voedingsstoffen, stofwisselingsproducten, afvalstoffen, hormonen, mineralen en vitamines.
Water speelt een belangrijke rol bij het in standhouden van de lichaamstemperatuur. Twee belangrijke fysische eigenschappen van water zijn hiervoor verantwoordelijk. Water heeft een sterk warmtebindend vermogen(hoge calorische waarde, soortelijke warmte). We zeggen dat water een hoge soortelijke warmte heeft, dat wil zeggen dat er veel energie nodig is om de temperatuur van water รฉรฉn graad Celsius te doen stijgen. Er is 10 keer meer energie nodig om 100 gram water รฉรฉn graad in temperatuur te laten stijgen dan bijvoorbeeld 100 gram ijzer. De grote hoeveelheid water in ons lichaam zorgt voor een grote buffercapaciteit van warmte. Invloeden van buiten af (warm of koud weer) hebben dan niet zo snel gevolgen voor de lichaamstemperatuur. Daarnaast heeft water ook een hoge verdampingswarmte, dat wil zeggen dat er veel energie nodig is om water te verdampen. Deze eigenschap van water komt goed van pas als het lichaam door intensieve arbeid of sportbeoefening veel warmte produceert of bij zeer warm weer. We gaan transpireren. Het zweet, een oplossing van water en zouten (o.a. natrium en chloride) verdampt op onze huid. Hiervoor is veel warmte nodig dat onttrokken wordt aan ons lichaam, waardoor we afkoelen.
Water is een belangrijk oplosmiddel voor allerlei stoffen. Alle stofwisselingsprocessen kunnen zich alleen maar afspelen in een waterige omgeving. Water is essentieel voor de celstofwisseling. De elektrolyten natrium en kalium opgelost in water zorgen voor een juiste verhouding van water in en om de cellen. Ze houden de druk (de osmotische waarde) in en om de cellen met elkaar in evenwicht (zie paragraaf over mineralen). Ook voor de vorming van spijsverteringssappen en het oplossen van het voedsel in het spijsverteringskanaal is water onontbeerlijk.