Kraanwater is net zo gezond als flessenwater. In de Waterleidingwet is vastgelegd dat de waterbedrijven betrouwbaar drinkwater moeten leveren. Het water mag dus geen eigenschappen hebben die slecht kunnen zijn voor de gezondheid. Onder andere fluor, lood, chloor en nitraat zijn stoffen die niet of in zeer beperkte mate in het drinkwater mogen zitten. Er is dus geen reden om ander water te drinken dan kraanwater.
Sommige fabrikanten van mineraalwaters beweren wel eens dat veel of juist geen mineralen goed zijn voor het lichaam. Mineralen spelen een belangrijke rol bij specifieke lichaamsfuncties, maar teveel mineralen zijn niet goed voor de nieren.
De waterbedrijven houden de kwaliteit van het drinkwater continu scherp in de gaten. Zij doen er alles aan om kwalitatief goed drinkwater te leveren. Alleen als het water verwarmd wordt, krijgt het een andere kwaliteit dan het koude kraanwater. Dat geldt ook voor water dat zelf gefilterd of onthard wordt of meegenomen wordt in een watertank. Wie gevarieerd eet (brood, aardappelen, groenten) hoeft geen extra mineralen in te nemen. En dus is het niet nodig water uit de fles te drinken.
Zijn de bronnen van flessenwater anders dan die van kraanwater?
Kraanwater wordt in ons land bereid uit duin-, grond- of oppervlaktewater. Flessenwater wordt gemaakt van grondwater. Net als 60% van het kraanwater komt het meeste flessenwater in Nederland uit diepere waterdoorlatende lagen. Soms liggen de bronnen van flessenwaters zelfs naast of vlakbij de waterwinputten van waterbedrijven. De bronnen die gebruikt worden voor kraanwater, zijn beter van kwaliteit en worden wettelijk beter beschermd dan de bronnen die gebruikt worden voor flessenwater.
Wordt flessenwater beter gezuiverd dan kraanwater?
Kraanwater kan een chemische en bacteriologische behandeling ondergaan om het geschikt te maken voor consumptie. Bronwater ondergaat soms ook diverse zuiveringsmethoden voordat het verkocht kan worden. Alleen natuurlijk mineraalwater ondergaat geen enkele behandeling, behalve de verwijdering van oplosbare elementen en de (eventuele) toevoeging van koolzuurgas. De wettelijke eisen die aan flessenwater en kraanwater gesteld worden verschillen. Deze verschillende eisen leiden tot verschillende zuiveringsinspanningen en tot verschillende reinwaterkwaliteiten.
Het eindresultaat van alle drie de waters is hetzelfde: schoon, veilig en betrouwbaar drinkwater. Echter, voor mineraalwater schrijft de wet geen normen voor wat betreft de gehaltes aan minerale zouten. Mineralen spelen inderdaad een belangrijke rol bij belangrijke lichaamsfuncties zoals bij de vochthuishouding en botopbouw. Maar teveel mineralen is ook niet goed: ze kunnen een extra belasting vormen voor de nieren. En dat is niet goed voor de nieren.
bron: verswater.nlย