Worteltjes zijn goed voor de ogen. Zo’n beetje ieder kind krijgt deze boodschap wel eens mee van zijn of haar (groot)ouders. Maar worteltjes hebben ook een positief effect omtrent het risico op hart- en vaatziekten. Dat is de conclusie van promovendus Brian Buijsse van de Universiteit Wageningen.
Hij deed drie onderzoeken waarbij hij constateerde dat verlaagde sterftekans door hart- en vaatziekten gepaard gaat de inname van met bètacaroteen. Dit antioxidant is voornamelijk te vinden in wortelen en bladgroenten. Buijsse voerde een uitgebreid, tien jaar durend onderzoek uit waarbij de gegevens van bijna 1200 mannen en vrouwen uit Europa werden vergeleken. De conclusie van de promovendus is dat naarmate er hogere concentraties caroteen in het bloed gemeten werden, het risico op hart- en vaatziekten verkleind werd. Daarbij was de inname van bètacaroteen via voeding een zeer belangrijke factor.
Overigens betwijfelt Buijsse of de inname van bètacaroteen op zichzelf verantwoordelijk is voor de kleinere kans op hart- en vaatziekten. Eerdere studies toonden al aan dat inname van dit antioxidant door middel van pillen geen positief effect heeft op dit vlak. Het zou mogelijk kunnen zijn dat de hoge inname van bètacaroteen middels voeding een weerspiegeling is van een eetpatroon dat rijk is aan plantaardige voeding met veel antioxidanten en bioactieve bestanddelen. Samen met de inname van bètacaroteen zou dat een verklaring kunnen zijn voor de lagere sterftekans.
bron: artsennet.nl
