Wat is slaap en waarom slapen we Hoewel de afgelopen 50 jaar de kennis over slaap enorm is toegenomen is nog steeds niet helemaal duidelijk waarom we zo ongeveer 1/3 van ons leven slapend doorbrengen.
Slaap wordt omschreven als een dagelijks terugkerende toestand waarin lichaam en geest tot rust komen. Tijdens de slaap treden allerlei veranderingen op in het lichaam. Veel van onze spieren ontspannen zich en de hersengolven vertragen. Net als de hartslag en de ademhaling. De hersenen blokkeren alle prikkels van buiten waardoor ons bewustzijn verlaagd en we afgesloten raken van de buitenwereld. Deze verregaande maatregelen die de natuur heeft genomen om slapen mogelijk te maken ondersteunen de gedachte dat slaap, net als eten, een eerste levensbehoefte is.
Het idee dat slaap dient voor herstel van lichaam en geest lijkt logisch maar is niet helemaal waar. Zowel onze hersenen als ons lichaam blijven actief tijdens de slaap. De hartspier bijvoorbeeld stopt niet om te rusten. Slaap, en met name de droomslaap, kost ook energie.
Een goede manier om de betekenis van slaap te begrijpen is door te kijken wat er gebeurt als we niet of te weinig slapen. Slaapgebrek blijkt het functioneren van onze hersenen sterk te beรฏnvloeden. Het tast ons geheugen, ons concentratievermogen, ons spraakvermogen, onze reactiesnelheid en besluitvaardigheid en ons gevoel voor tijd en ruimte (planningsvermogen) aan. Daarnaast beรฏnvloedt het onze emoties en fysieke gezondheid.
Slaapschuld Hoe langer je wakker bent hoe meer behoefte je krijgt aan slaap. Het is een drijvende kracht van de natuur, net als honger. Als je lang niet gegeten hebt, krijg je aandrang te eten. Op dezelfde manier bouwen we naarmate we langer wakker zijn een grotere behoefte op om te gaan slapen. Dit noemen we โslaapschuldโ. Zodra je wakker wordt gaat de meter als het ware tellen. Als je overdag actief bezig bent geweest, heb je โs avonds een voldoende hoge slaapschuld om goed te kunnen slapen.
Slaapcyclus Sterk vereenvoudigd kan je zeggen dat de nacht opgedeeld kan worden in 5 slaapcycli van elk 90 tot 120 minuten. Deze cycli hebben allemaal dezelfde opbouw en volgen elkaar gedurende de nacht op.
Eรฉn cyclus bestaat uit 5 fasen. Deze fasen worden onderscheiden door de mate van hersenactiviteit en oogbeweging (Eye Movement).
Bij fase 1 t/m 4 is de oogbeweging langzaam. Deze fasen heten dan ook Non Rapid Eye Movement (NREM). Alleen in de laatste fase is er snelle oogbeweging, Rapid Eye Movement, vandaar de naam remslaap.
De fasen 1 en 2 worden wel de lichte slaap genoemd.
Fase 1 (NREM1)
Dit is de overgangsfase tussen waken en slapen. De oogbeweging wordt langzaam. Je hebt moeite je ogen open te houden en valt uiteindelijk in slaap. De hersenactiviteit neemt langzaam af. Deze periode duurt 1 tot 3 minuten. Dat is voor een nacht met 5 slaapcycli 2 tot 5% van de totale slaap.
Fase 2 (NREM2)
Dit is het begin van de echte slaap. Maar de slaap is nog licht. Je wordt niet meer van elk geluid wakker, maar als je wordt gewekt in deze fase heb je nog niet het gevoel diep geslapen te hebben.
Deze periode duurt ongeveer 42 tot 54 minuten. Dat is voor een nacht met 5 slaapcycli 45 tot 55% van de totale slaap.
De fasen 3 en 4 worden wel de diepe slaap genoemd.
Fase 3 (NREM3)
Dit is de overgangsfase naar de diepe slaap. Je ademhaling wordt helemaal regelmatig, je hartritme daalt, je spieren raken totaal ontspannen. Deze fase duurt 3 tot 8 minuten. Dat is voor een nacht met 5 slaapcycli 3 tot 8% van de totale slaap.
Fase 4 (NREM4)
Dit is de fase van de echte diepe slaap. Ademhaling en hartritme zijn op zijn laagst. Als je uit deze slaap gewekt wordt ben je gedesoriรซnteerd en heb je tijd nodig om je te realiseren waar je bent. Deze fase zorgt voor fysiek herstel. Deze fase duurt ongeveer 15 tot 18 minuten en maakt bij een nacht met 5 slaapcycli 15 tot 20% van de totale slaap uit.
Fase 5 wordt wel de droomslaap genoemd.
Fase 5 (REM slaap)
In deze fase zijn er snelle oogbewegingen en is er sprake van grote hersenactiviteit. De hersenen zijn actief met dromen, het verwerken van informatie en allerlei geheugenfuncties. Lichamelijk gebeurt er ook van alles; de spieren van armen en benen zijn totaal ontspannen en nagenoeg verlamd, de ademhaling en hartslag zijn onregelmatig en de bloeddruk stijgt. Tijdens de droomslaap vindt dus grote activiteit van lichaam en geest plaats. Deze fase kost dan ook energie.
De remslaap duurt ongeveer 18 tot 24 minuten. In een nacht met 5 slaapcycli beslaat de remslaap ongeveer 20 tot 25 % van de totale slaap.
Na elke remslaapfase ontwaak je doorgaans kort (vaak onbewust) en begint de hele slaapcyclus van lichte slaap naar diepe slaap naar droomslaap weer van vooraf aan.
Kernslaap en restslaap De totale slaap van een nacht is opgebouwd uit 4 a 5 slaapcycli. In het begin van de nacht zijn de fases van diepe slaap het langst. Op het eind van de nacht neemt juist het aandeel van de lichte slaap en de droomslaap toe.
De eerste 4 tot 5 uur van de slaap, ofwel de eerste 3 slaapcycli, wordt kernslaap genoemd omdat hier vrijwel alle diepe slaap optreedt en een groot deel van de droomslaap. Dit zijn de twee slaapfasen die van essentieel belang zijn voor de kwaliteit van de nachtrust. De diepe slaap zorgt voor fysiek herstel. De droomslaap heeft als functie onze geest te verfrissen en ervaringen die we tijdens de dag hebben opgedaan te verwerken.
De overige slaap wordt restslaap genoemd omdat we niet precies weten wat de betekenis ervan is.
Hoeveel slaap heb je nodig De hoeveelheid slaap die iemand nodig heeft verschilt van persoon tot persoon. Er zijn mensen die met weinig slaap toekunnen en er zijn mensen die veel slaap nodig hebben. Het is een fabeltje dat iedereen 8 uur slaap per nacht nodig heeft. Of je genoeg slaapt is eigenlijk het best te bepalen aan de hand van hoe je je overdag voelt.
Over het algemeen kun je zeggen dat de kwaliteit van de slaap belangrijker is dan de hoeveelheid slaap. Met 4 tot 5 uur slapen is de kernslaap behaald en de basis voor geestelijke en fysiek herstel gelegd. Toch voelt lang niet iedereen zich uitgerust na 4 tot 5 uur slapen. Dat komt door onze manier van leven.
In onze maatschappij worden we beloond voor inspanning, niet voor ontspanning. We โmoetenโ van โs ochtends vroeg tot โs avonds laat van alles. Dat leidt ertoe dat we in onze dag steeds minder tijd inruimen voor ontspanning. Deze manier van leven leidt tot een hoge hersenactiviteit. Mensen die slecht slapen hebben zowel overdag als โs nachts een hogere hersenactiviteit dan goede slapers. Voor hen is het belangrijk de hersenactiviteit te vertragen. Door regelmatig overdag rust te nemen en voor het naar bed gaan enige tijd โnietsโ meer te doen kan je dat bewerkstelligen.
Een goede kernslaap in combinatie met goede lichamelijke en geestelijke ontspanning door de dag is dus voldoende voor herstel. De kans is groot dat je er op die manier beter tegen kunt als je ten minste de 4 tot 5 uur kernslaap per nacht haalt.
Slaap en leeftijd De hoeveelheid slaap die je nodig hebt hangt niet alleen van je persoonlijke behoefte af maar wordt ook beรฏnvloed door je leeftijd.
Babyโs slapen ongeveer 16 tot 18 uur. Dat neemt dan geleidelijk af tot je in de twintig bent. Tijdens de puberteit is er overigens een tijdelijke toename van de slaapbehoefte. Deze wordt door pubers meestal genegeerd. Op oudere leeftijd neemt de duur van de nachtslaap vaak af maar als je de dutjes overdag meerekent is er nauwelijks verschil in de totale hoeveelheid slaap, opgeteld over de 24 uur.
Er zijn nog meer verschillen. Hoe diep je slaapt is ook afhankelijk van leeftijd. Kinderen slapen dieper dan volwassenen. Vooral in het begin van de nacht. Ouderen slapen minder diep. Vanaf ongeveer je veertigste wordt de diepe slaapfase geleidelijk steeds korter. Bij ouderen is die er vaak nauwelijks meer. Bovendien liggen zij โs nachts vaker en langer wakker en hebben ze minder remslaap.
Leeftijd in jaren |
aantal uren slaap |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
baby | 16 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2-4 | 13 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5-9 | 11 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10-12 | 10 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13-24 | 9 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25-49 | 7,5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>50 | 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| | | | | | | | | | | | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20.00 | 24.00 | 4.00 | 8.00 | 12.00 | 16.00 | uur |
Overzicht van gemiddeld aantal uren slaap per etmaal bij verschillende leeftijden. De donkerblauw ingekleurde hokjes geven slaap aan, de lichtblauwe hokjes wakker in bed.
Vrouwen en slaap Vrouwen zijn vaker slechte slapers dan mannen. Hoe komt dit?
Er zijn zowel hormonale als psychosociale verschillen tussen mannen en vrouwen. De wisselende hormoonspiegels van oestrogenen en progesteron beรฏnvloeden de slaap tijdens de menstruatie cyclus, de zwangerschap en de overgang. Over het algemeen kan men zeggen dat oestrogenen de hoeveelheid remslaap verhogen en dat progesteron zorgt voor een slaperig en vermoeid gevoel.
Vlak voor de menstruatie vindt er een grote daling van progesteron plaats. Dit kan er voor zorgen dat de slaap onrustig wordt. Dit geldt echter niet voor alle vrouwen. Er zijn grote individuele verschillen. Factoren die meespelen bij de verschillen tussen vrouwen onderling zijn gevoeligheid voor of verschillen in de schommelingen in hormoonspiegels, stemming, stress, ziekte, medicatie, leefwijze en voeding.
In de eerste drie maanden van de zwangerschap leiden de grote hoeveelheden progesteron tot een gevoel van slaperigheid en langer slapen. Aan de andere kant worden vrouwen โs nachts vaker wakker om naar het toilet te gaan. In de maanden 4-6 wordt het langzaam moeilijker om lekker te liggen. Met name in de laatste drie maanden van de zwangerschap ontstaan de meeste slaapproblemen. Maagzuur, spierkrampen, rusteloze benen en de groter wordende baby kunnen de slaap verstoren. Na de bevalling is de nachtslaap verstoord door het slaapritme van de baby, vooral in geval van borstvoeding. Dit slaapritme is opgebouwd uit vele korte slaapperioden die onderbroken worden door waak om te eten. Vaak leidt dit tot slaperigheid overdag bij de moeder. Zij kan dan ook het beste proberen te slapen als het kind dat ook doet, ook โs middags.
In de overgang dalen zowel oestrogenen als progesteron en dat veroorzaakt vaak een slechtere slaap. De verandering in oestrogeen spiegels leidt bij 75-85% van de vrouwen tot opvliegers, een onverwacht gevoel van warmte en zweten. Voor de opvlieger stijgt de lichaamstemperatuur waardoor men wakker wordt. Vrouwen met opvliegers hebben dan ook een meer gestoorde slaap dan vrouwen zonder opvliegers. Slaapapneu komt ook vaker voor bij vrouwen in de overgang.
Behalve bovengenoemde hormonale verschillen tussen mannen en vrouwen zijn er ook psychosociale verschillen tussen beiden seksen. Zo slapen vrouwen bijvoorbeeld vaker alerter als er kinderen zijn. Deze verhoogde waakzaamheid zou ook een reden kunnen zijn waarom vrouwen vaker slechte slapers zijn dan mannen.
Slaapstoornissen Afhankelijk van het soort klachten zijn slaapstoornissen in te delen in twee categorieรซn: primaire en secundaire stoornissen.
Bij primaire stoornissen vormt het slaapprobleem het hoofdprobleem en wordt het niet veroorzaakt door lichamelijke of psychologische problemen. Bij secundaire stoornissen is er een directe samenhang tussen het slechte slapen en een psychisch probleem (vooral depressie en angst) of klachten als pijn en jeuk door een lichamelijke ziekte (reuma, diabetes, schildklieraandoeningen, kanker).
Over de primaire slaapstoornissen is meer te vertellen. Het zijn stoornissen die niet direct door een psychische of lichamelijke ziekte worden veroorzaakt. Ze worden weer onderverdeeld in twee groepen: de parasomnieรซn en dyssomnieรซn.
Bij parasomnieรซn doen zich tijdens de slaap ongewenste verschijnselen en/of gedragingen voor zoals slaapwandelen, nachtmerries, tandenknarsen en praten in de slaap.
Bij dyssomnieรซn gaat het om een groep van stoornissen die te maken hebben met de kwaliteit van de slaap, de lengte van de slaap en de tijdstippen van inslapen en wakker worden.
We onderscheiden de volgende dyssomnieรซn.
- Slapeloosheid doordat men moeite heeft met het in- en doorslapen.
Dit wordt wel โinsomnieโ genoemd. Je slaapt te kort omdat je moeilijk kan inslapen, โs nachts vaak wakker wordt en/of โs ochtends veel te vroeg wakker wordt en niet meer inslaapt. - Daartegenover staan stoornissen waarbij je teveel slaapt, de zogenaamde โhypersomnieรซnโ.
De belangrijkste klacht bij stoornissen van het teveel slapen is dat je overdag slaperig bent en moeilijk wakker kunt blijven, ook al slaap je โs nachts en vaak ook overdag veel. De 3 hypersomnieรซn die het meest voorkomen zijn slaapapneu, beentrekkingen en narcolepsie.Slaapapneu
Het slaapapneu syndroom kenmerkt zich doordat mensen overdag om de haverklap in slaap vallen en โs nachts heftig snurken met ademstilstanden gedurende 10 seconden of meer. Deze ademstilstanden kunnen vaak voorkomen gedurende de nacht en belemmeren dat de persoon in kwestie in een diepe slaap komt. Het gevolg is niet alleen extreme vermoeidheid en slaperigheid overdag, maar ook vergeetachtigheid en concentratiestoornissen. De behandeling bestaat uit (indien nodig) vermageren, het vermijden van slapen in rugligging, en het vermijden van alcohol. Ga naar je huisarts als deze klachten herkent.Beentrekkingen tijdens het in slaap vallen of de slaap zelf.
Hierbij gaat het enerzijds om mensen die niet kunnen inslapen omdat ze hun benen maar niet stil kunnen houden (rusteloze benen syndroom ofwel restless legs, RLS) en anderzijds aan periodieke beentrekkingen tijdens de slaap (periodic limb movement disorder, PLMD). Bij RLS weet de persoon in kwestie van de trekkingen af. Ze treden in de avond op, verergeren tijdens rust en verminderen als men zich kan bewegen. Bij PLMD is het vooral de partner die de schokken in de benen opvalt tijdens de slaap van de ander. Ga naar je huisarts als je deze klachten herkent.Narcolepsie
Narcolepsie is een zeldzame stoornis die wordt gekenmerkt door onbedwingbare slaapaanvallen overdag en aanvallen van kortdurende spierverslapping, meestal bij onverwachte emoties zoals woede of schrik. De slaapaanvallen doen zich regelmatig voor en het waken gaat dan direct over in droomslaap. Daarbij kunnen hallucinaties optreden: levendige, vaak angstige dromen, die een voorzetting zijn van de gebeurtenissen die direct aan de slaapaanval vooraf gingen. De belangrijkste behandeling bij narcolepsie is medicatie in combinatie met leefregeladviezen. - Verstoringen van het slaap-waak ritme. Bij stoornissen van het slaap-waak ritme is er sprake van een verstoring van de biologische klok. Mensen hebben moeite met wakker blijven of wakker worden en kunnen niet in- of doorslapen op het door hen gewenst tijdstip van het etmaal. De inwendige biologische klok kan om verschillende redenen ontregeld raken. Bijvoorbeeld door onregelmatige leefwijze (uitslapen op vrije dagen), ploegendienst of vliegreizen met overschrijding van meerdere tijdzone (jet lag). Ook medicijn- en drugsgebruik kan van invloed zijn.
De vicieuze cirkel van slapeloosheid Langdurig slecht slapen ontwikkelt zich geleidelijk en wordt meestal veroorzaakt door een complex van factoren. Soms lijkt er ooit een duidelijke aanleiding te zijn geweest zoals bijvoorbeeld emotionele problemen rondom het verlies van werk of een dierbaar persoon. Gaandeweg echter raakt zoโn aanleiding op de achtergrond of verliezen de emotionele problemen hun scherpe kanten en blijkt het slechte slapen te blijven bestaan. Je bent dan in een vicieuze cirkel beland waar er allerlei factoren zijn die dat slechte slapen in stand houden.
In onderstaande figuur wordt die vicieuze cirkel schematisch weergegeven. Het slechte slapen roept gevoelens van frustratie en soms ook angst op (โals ik niet slaap dan kan ik niet functioneren morgenโ). Dit piekeren en malen leidt tot lichamelijke spanning en verkeerde slaapgewoonten zoals extra lang in bed blijven liggen, overdag slaap in halen en het gebruik van bijvoorbeeld alcohol en slaappillen. Deze verkeerde gedragingen houden het slechte slapen in stand en de cirkel is daarmee rond.
De vicieuze cirkel van slapeloosheid. Slecht slapen leidt tot stress, angst en zorgen. Dit leidt weer tot lichamelijke inspanning. Dit leidt weer tot verkeerde slaapgewoonten/leefwijze, waardoor je weer slechter gaat slapen, enzovoort
De vicieuze cirkel van slapeloosheid. Slecht slapen leidt tot stress, angst en zorgen. Dit leidt weer tot lichamelijke inspanning. Dit leidt weer tot verkeerde slaapgewoonten/leefwijze, waardoor je weer slechter gaat slapen, enzovoort
De biologische klok Ons leven is ingesteld op een 24-uurs-ritme: de wisseling van licht en donker, die wordt veroorzaakt door de omwenteling van de aarde om haar as in het licht van de zon. Veel processen in ons lichaam vertonen dit zelfde ritmische verloop in een periode van 24 uur. We hebben een zogenaamde biologische klok die deze 24-uurs ritmen regelt.
Deze biologische klok functioneert mede onder invloed van licht. Er zijn experimenten bekend waarbij vrijwilligers zich dagen en nachten lang in volkomen donkere en geluiddichte ruimtes lieten opsluiten. Elke mogelijkheid om de tijd te schatten ontbrak. Het bleek dat de meeste mensen een iets langer ritme dan 24 uur hadden, namelijk tussen de 24,5 en 25,5 uur. Onder invloed van allerlei signalen uit je omgeving wordt je biologische klok steeds weer bijgesteld op het werkelijk dag-nachtritme van 24 uur. Hierbij is de invloed van licht heel belangrijk, maar ook sociale factoren als de wekker โs ochtends en de regelmaat in dagelijkse werkzaamheden.
Niet alleen ons dag-nacht ritme maar ook een enorm scala aan biologische processen in ons lichaam wordt beรฏnvloed door onze biologische klok. Voorbeelden hiervan zijn de hormoonspiegels van groeihormonen als prolactine en cortison en je lichaamstemperatuur. Ook speelt je biologische klok een grote rol bij het in stand houden van je waakzaamheid. Hierdoor kun je op bepaalde tijdstippen van de dag beter wakker blijven dan op andere. Dit wordt tijdsafhankelijke waakzaamheid genoemd. Deze is het hoogst rond 9.00 uur en 21.00 uur en het laagst rond 15.00 uur (de na-de-lunch-dip) en 3.00 uur.
Ochtend- en avondmensen De biologische klok loopt niet bij iedereen gelijk. Die individuele afwijkingen bepalen onder andere of je een ochtendmens of avondmens bent.
Ochtendmensen gaan โs avonds graag vroeg naar bed en worden โs ochtends vroeg wakker. Avondmensen daarentegen voelen zich โs avonds op hun best en hebben dan ook moeite met op tijd naar bed gaan. Deze mensen komen โs ochtends moeilijk op gang. Om dat te onderzoeken kan het ook helpen om na te gaan welke bedtijden je kiest als je op vakantie bent of als je geen verplichtingen hebt in de avond of in de ochtend.
Je bewust zijn van je natuurlijke ritme van opstaan en naar bed gaan is belangrijk omdat slaapproblemen kunnen ontstaan door niet te luisteren naar dat natuurlijke ritme. Avondmensen hebben het in onze maatschappij doorgaans moeilijker dan ochtendmensen omdat het maatschappelijk ritme meer gericht is op activiteit gedurende de dag en rust gedurende de nacht.
Je kan wel kleine aanpassingen maken in je natuurlijke ritme. Omdat licht je biologische klok beรฏnvloedt kunnen avondmensen om โs ochtends beter op gang te komen even bewust in helder daglicht kijken. Zo stabiliseer je je ritme. Maar een avondmens zal nooit een ochtendmens worden (en omgekeerd ook niet)!
Het belang van regelmaat voor goede nachtrust Regelmaat is belangrijk bij het aanpakken van slaapproblemen. Regelmatige bedtijden in combinatie met het opbouwen van de dag door licht en het afbouwen van de dag door ontspanning en weinig licht kunnen helpen om beter te slapen.
Grote wisselingen in je bedtijden, bijvoorbeeld door in het weekend lang uit te slapen, vragen een grote aanpassing van je biologische klok. Als je uit wilt slapen, slaap dan niet langer uit dan 1.5 uur, de duur van een slaapcyclus. Je kunt beter overdag nog even rustig gaan zitten en eventueel een dutje doen dan lang op bed blijven liggen.
Een uitzondering moet gemaakt worden voor uitgesproken avondmensen. Zij bouwen een slaaptekort op gedurende de week omdat ze laat naar bed gaan en toch vroeg op moeten staan. Voor hen kan uitslapen in het weekeinde juist wel helpen. Het zou echter beter zijn om werk te zoeken dat beter bij hun biologische klok past (werk in middag of avond).
Snurken Snurken is het ronkende of zagende geluid dat tijdens de slaap uit je keel komt. Dit geluid is soms zรณ luid dat je er zelf wakker van wordt, maar meestal hebben partners, huisgenoten of de buren er het meeste last van.
Het snurkgeluid ontstaat doordat als je ligt je gehemelte en het achtereind van je tong elkaar bijna raken. Daardoor wordt je luchtweg smaller. Door je ademhaling gaat het weefsel achter in je mond trillen waardoor het snurkende geluid ontstaat. Snurken is een anatomisch probleem. Mensen met een korte brede nek lopen het grootste risico te snurken omdat spieren rond de luchtpijp het lichaamsvet niet voldoende kunnen ondersteunen tijdens de slaap. Verder kunnen slappe tongspieren, veel keelweefsel (grote amandelen) of een verstopte neus snurken veroorzaken.
Snurken is meestal niet gevaarlijk. Je kan er met onderstaande tips zelf proberen wat aan te doen. Als dat niet helpt kan de huisarts verder adviseren.
Wanneer snurken echter voorkomt in combinatie met korte ademstilstanden tijdens de slaap kan er sprake zijn van slaapapneu. Ga dan naar de huisarts voor behandeling.
Tips waarmee je zelf kan proberen snurken te voorkomen.
- Slaap niet op je rug.
- Val af als je te zwaar bent. Mensen met overgewicht hebben meer weefsel in de keelholte.
- Drink weinig of geen alcohol. Alcohol verslapt de spieren van zowel je tong als je keel.
- Ook sommige medicijnen (onder andere slaap- en kalmeringsmiddelen) veroorzaken die verslapping. Stop niet zomaar maar overleg hierover met je huisarts.
- Rook minder of niet. Roken verdikt de slijmvliezen in de keel.
- Vermijd zware maaltijden voor het slapen gaan.
- Hoe uitgeruster je bent hoe kleiner de kans dat je snurkt. Oververmoeidheid veroorzaakt spierverslapping van de spieren in de keel en van de tong.
- Zorg dat de lucht in de slaapkamer niet te droog is. Droge lucht veroorzaakt snurken.
Dromen Veel mensen beschouwen dromen als het belangrijkste deel van de slaap. Sinds prehistorische tijden heerst de opvatting dat dromen boodschappen van bovennatuurlijke oorsprong bevatten. Meestal wordt die boodschap in cryptische vorm doorgegeven en moet hij geduid worden. Sigmund Freud omschreef dromen als โde koninklijke weg naar kennis over de rol van het onbewuste in het geestelijk levenโ. De gedachte dat dromen, zoals Freud zei, โbrieven aan onszelfโ zijn die belangrijke informatie bevatten over verborgen emoties, geniet bij de leek nog brede steun. Wetenschappers staan doorgaans wat sceptischer tegenover dergelijke opvattingen. Sommigen beschouwen dromen als niet meer dan een bijkomend verschijnsel van het slaapproces, zonder enig doel of betekenis. De meest gangbare theorie is echter dat de hoge hersenactiviteit tijdens dromen een functie heeft bij het opruimen, sorteren, opslaan en wissen van herinneringen. De droomslaap vervult daarmee een rol bij zowel onthouden als vergeten.
bron: Slapeloosheid van Ingrid Verbeek
Paperback | 182 Pagina’s | Uitgeverij Boom
ISBN10: 9085061520 | ISBN13: 9789085061526