Tegenwoordig wordt suiker in allerlei producten vervangen door zoetstoffen. Er zijn zoetstoffen die géén energie (calorieën) leveren en zoetstoffen die dat wel doen. Zoetstoffen verschillen ook in zoetkracht en eigenschappen. Zo zijn sommige zoetstoffen niet bestand tegen hoge temperaturen en dus niet geschikt om mee te koken en te bakken.
Het gebruik van zoetstoffen mag geen gevaar opleveren voor de gezondheid. Per zoetstof is daarom een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) vastgesteld. Wanneer het gehalte zoetstof in een product bekend is, kan hieruit worden afgeleid welke hoeveelheid van het product zonder problemen elke dag kan worden gebruikt.
Zoetstoffen veroorzaken in het algemeen geen tandbederf, in tegenstelling tot suiker. Xylitol beschermt zelfs tegen cariës. De zoetstof saccharine wordt ook wel aangeduid als ‘Chinese suiker’. Een andere veel voorkomende zoetstof is aspertaam.
Bijwerkingen:
Zoetstoffen krijgen steeds weer kritiek te verduren, omdat ze niet altijd onschadelijk zijn. Sommigen mogen niet voorkomen in voedsel dat speciaal bestemd is voor baby’s, peuters en kleuters.
Een recent onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit (2005) gaf aan dat 96% van de producten die zoetstof bevatten, de toegestane doses niet overschrijden[1]. Indien die producten echter naast elkaar worden gebruikt, kan uiteraard wel overschrijding plaats vinden.
Met name voor cyclamaat werd gevonden dat het gebruik bij kinderen van 1 tot 4 jaar tot een inname boven de ADI kan leiden als ze meer dan 1 a 2 glazen (van een kwart liter) per dag drinken; voor kinderen tussen 4 en 8 wordt maximaal 3 glazen aanbevolen door het Nederlandse voedingscentrum, voor volwassenen maximaal 7 glazen. De meeste ‘light’ frisdranken worden overigens niet met cyclamaat maar met aspartaam gezoet.
Verder is bekend dat de polyolen bij overmatig gebruik diarree kunnen veroorzaken.
Van aspartaam wordt wel beweerd dat het kankerverwekkend zou zijn, maar dit wordt o.a. door het Koningin Wilhelmina Fonds met stelligheid ontkend. Ook de EFSA (European Food Safety Authority), de wetenschappelijke adviesraad van de EU heeft in mei 2006 opnieuw bevestigd dat er geen reden is om de huidige ADI van 40 mg/kg/dag te verlagen. Andere instanties, zoals het Voedingscentrum en vergelijkbare instanties in andere Europese landen beschouwen aspartaam als volledig veilig. Alleen voor fenylketonurie-patiënten wordt aspartaam afgeraden omdat een van de afbraakproducten, fenylalanine, voor hen gevaarlijk is.